
1958 is bijzonder in de Belgische geschiedenis: het jaar van de Expo, die een boost gaf aan onze welvaart en ons zelfvertrouwen. Een aantal elementen in deze stadswoning, met als bouw-jaar 1958, weerspiegelen de magie van dat Expo-jaar, zoals de inkomhal, de trap en de gebogen muur in de woonkamer. De nieuwe bewoners stripten de woning volledig en maakten de ruimtes opener en comfortabeler, maar herstelden tegelijk deze fraaie elementen in hun oude glorie. Zo werd het een nieuwe start, voortbouwend op een historisch élan.
Midden in de stad
De Romboutstoren van de gelijknamige kathedraal is goed zichtbaar vanuit de vensters van deze woning in Mechelen. Wie terug in de stad gaat wonen doet dat het best in het centrum en niet ergens aan de rand, waar het verschil tussen stad en platteland soms maar erg vaag is. “Wij hebben jarenlang in een prachtige villa in een dorp gewoond”, zegt de heer des huizes. “Het was er erg stil. Als ik ’s ochtends om kwart voor acht naar mijn werk reed, stond er een oude dame voor het raam van haar kamer in het WZC en wuifde naar mij. Op den duur vertrok ik nooit eerder of later om haar niet teleur te stellen. Toen ik me daarop betrapte, zei ik tegen mijn vrouw dat het tijd werd te verhuizen, voordat ik zelf staande aan zo’n venster zou eindigen.”
Twee ingangen
De villa werd verkocht en de stadswoning aangekocht. De kopers hadden een uitgebreide wensenlijst, waarop zelfs een inpandige garage stond, en dit huis voldeed aan het overgrote deel van hun verlangens. “We hebben zelfs het aantal vierkante meters dat we in onze villa hadden kunnen behouden, zodat we hier, mét onze vier kinderen, allerminst op elkaars lip zitten. Het is een, in veel opzichten, uniek huis, dat vroeger een artsenwoning is geweest. Je ziet dat nog aan de entree, waar één deur naar de praktijk en een ander naar het privédeel leidde. Die voormalige praktijkruimte bleken we niet nodig te hebben, dus die hebben we verhuurd aan een bedrijf. Maar de inrichting van de woning was, in de nog grotendeels oorspronkelijke staat waarin we haar aantroffen, echt wel gedemodeerd. Er moest dus een grondige renovatie komen en dat konden we niet zelf.’’
Het nieuwe centrum
Daarvoor werd een beroep gedaan op Blower Interieur in Mechelen, een bureau met verscheidene specialisten in dienst en een ervaring van inmiddels twintig jaar. Het motto van Roos Blower en haar team is dat details geen details zijn, maar juist het verschil maken, een uitspraak van Charles Eames. Dat ze die uitspraak in haar werk ter harte neemt, is goed te merken aan deze stadswoning, waar ze alleen al door het kundig en consequent gebruik van de kleur zwart in staat is geweest een gevoel van eenheid te scheppen. “De keuken was te klein, dus die is vergroot en gemoderniseerd, maar Roos heeft er bijvoorbeeld ook gezorgd voor een handige alkoof”, aldus de heer des huizes. “Er is een glazen wand die volledig zicht geeft op ons ruime terras en er is natuurlijk ook direct toegang daartoe vanuit de keuken. Via de stalen deur met glas hebben we dan weer zicht op onze woonkamer”. Zo is de binnenhuisarchitect erin geslaagd van een ruimte die oorspronkelijk nooit bedoeld was het centrum te zijn van het leefgedeelte alsnog dat middelpunt te maken.
Gebogen wand
In de woonkamer is de open haard nieuw, maar niet de gebogen houten wand. Er werd zelfs een schrijnwerker ingeschakeld om die weer helemaal in de oude staat terug te brengen. “Dat wil zeggen dat de wand een combinatie is van oorspronkelijke delen en nieuw aangebrachte, en dat je het verschil daartussen absoluut niet kunt zien’’, zegt Roos Blower. Lage zitelementen maken duidelijk dat deze ruimte bedoeld is voor een gezellig samenzijn rond de haard of voor televisiekijken. Maar er is ook altijd iets te zien op het plein beneden, in tegenstelling tot op het omvangrijke terras aan de achterkant, dat is omgeven door hoge muren en waarop een stilte heerst die je eerder op het platteland zou verwachten. De bewoners kunnen zich er vrijwel onbespied wanen.
Intimiteit versus ruimtelijkheid
Wanneer men de trap bestijgt om de slaapkamers boven te bezoeken, valt pas werkelijk op hoe groot deze stadswoning is. Door het glas in de koepels valt er een natuurlijk lichtinval op deze verdieping. De jongens hebben elk een gelijkaardig ingerichte kamer, met veel bergruimte. De slaapkamer van de ouders kenmerkt zich, net als hun badkamer en dressing, eerder door intimiteit dan door ruimtelijkheid. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de plaatsing van het ligbad: aan één kant een wand, aan de andere de spiegels van de wastafel en vooraan zicht op de slaapkamer. Wie een bad neemt, wil zich warm voelen en niet noodzakelijk alleen. Als je haast hebt en niet wilt praten, neem je wel een douche. “Nergens in de woning zijn grote constructiewerken uitgevoerd’’, zegt de bewoner, “maar wel veel kleinere aanpassingen, en het zijn die geslaagde aanpassingen die ons er zo goed doen thuis voelen.”
Appartement op zich
De bovenste verdieping is het domein van de dochters. Zij zijn al wat ouder en hebben dus ook behoefte aan meer ruimte voor zichzelf. Die hebben ze gekregen in de vorm van een zolder die eigenlijk de term studio verdient. Ze bestaat uit twee aparte slaapkamers, een badkamer maar ook een kitchenette, een eetruimte en een groot middendeel dat is ingericht als woonkamer. De witgeschilderde balken zijn de enige bewijzen van een verleden als vliering. Tapijttegels zijn niet alleen handig voor als er eens een glas wordt gemorst, maar verlenen in dit geval ook warmte aan het interieur. De dakramen kunnen uiteraard open en zijn omrand door een lage balustrade, zodat je, staande aan het open venster, eigenlijk op een minibalkon staat. Niet alleen het plein strekt zich dan onder je uit maar heel de binnenstad van Mechelen. Zo aantrekkelijk als het voor de ouders was het platteland te verruilen voor de stad, zo moeilijk zal het voor de dochters zijn dit comfortabele zolderappartement te verruilen voor een studentenkamer. De villa bleek geen woning om te blijven, deze stadswoning is dat des te meer.
“in de woning zijn veel kleinere aanpassingen doorgevoerd en het zijn die geslaagde aanpassingen die ons er zo goed thuis doen voelen”
Fotografie: German Bourgeat