
Met de bouw van zowel een woning voor zijn moeder als een bijgebouw naast zijn eigen villa heeft een Vlaams industrieel zijn perceel getransformeerd tot een heus domein. Rozenperken en bloemenweiden in de tuin accentueren de Engelse invloed in de stijl van de gebouwen. Ook in het interieur vallen de Angelsaksische elementen en het vakwerk op, al hebben de interieurontwerpers zich niet beperkt tot één stijl en er een unieke inrichting, met huislift, van gemaakt.
De villa
In de villa geeft de eethoek uit op een terras dat uitloopt in een groot gazon tussen de diverse huizen en gebouwen. Het zicht reikt helemaal tot de eetbare tuin en de serre achterin en benadrukt zo de eenheid van het domein. Ook de ramen van de maatwerkkeuken geven uitzicht op de tuin. De woonkamer is weliswaar open aan de kant van eethoek en keuken maar is toch duidelijk meer besloten. De plafondhoge houten wandkasten, de brede banken en de open haard geven de ruimte figuurlijk en letterlijk warmte en nodigen uit tot een fijn gesprek of een goed boek.
Aparte studio
In de hal valt vooral de huislift op. Deze huislift werd door de bewoners zelf bekleed met spiegels en er werd een comfortabele zitbank in geïnstalleerd. Eenmaal op de bovenste verdiepingen wordt elke etage verlicht door een grote wandlamp. We komen uit bij de toegang tot een aparte studio. Deze is bedoeld voor een eventuele toekomstige verpleegster of huishoudelijke hulp, niet voor permanente bewoning maar voor een geregeld overnachten. Voor de moeder is er op de bovenverdieping een ruime slaapkamer, een riante dressing en een moderne badkamer. Een heel huis voor haar alleen, met toch ook enkele elementen die ze, terwijl ze nog erg gezond is van lijf en leden, zelden of niet zal gebruiken, zoals de wenteltrap en de leegstaande studio.
Bijgebouw
Het bijgebouw bestaat uit twee verdiepingen. Het gelijkvloers is een privékantoor voor de ondernemer, een plek waar hij zich terug kan trekken om, gezeten in één van de mooie Engelse meubelen, rustig na te denken. De kelderverdieping staat geheel in het teken van ontspanning en niet van werk. Er is een ruimte die zowel een golfsimulator als een homecinema omvat. Aansluitend kan iedereen iets inschenken aan de huisbar. En toch is de ruimte geen typische ‘mancave’, omdat er bij de inrichting evenveel aandacht is besteed aan sfeer als aan activiteiten. Dat blijkt uit de keuze van de comfortabele en fraaie fauteuils en uit de luster boven de bar: een hoogst origineel vormgegeven cluster van lampen, dat dan ook nog van eigen makelij is.
Vertrouwensband
Bart François was de architect die de eerste villa op het domein bouwde en hij is ook degene die de gebouwen die volgden uittekende. Opdrachtgever en architect hebben in de loop van achttien jaar een diepe vertrouwensband opgebouwd, maar de basis daarvoor was al gelegd vóór de eerste plannen werden gemaakt. Vertrouwen krijgen is niet hetzelfde als een carte blanche, relativeert Bart François. “Zowel voor mij als voor de aannemers en onderaannemers geldt dat we ouderwetse afspraken hebben gemaakt, waarbij een woord een woord is en een handdruk een handdruk. Net als bij de vorige woning hebben we hier het beste van onszelf gegeven. Als het tegenzit, los je het op. Dat verklaart het hoge niveau van afwerking.”
Interieurontwerp
Ook de interieurontwerpsters hebben volgens Bart François een huzarenstukje geleverd. “In de keuze van de kranen, deurknoppen, kleuren en texturen, voel je de hand van Ilse de Meulemeester.” Zij kan als geen ander spelen met stijlen en materialen, wat vooral blijkt uit de inrichting van de woning met subtiele toetsen in het bijgebouw. “Maar ook de inbreng van Inge Vermeren is zichtbaar. Inge is vooral sterk in de technische kant van het interieurontwerp, Ilse in de creatieve, maar eigenlijk zijn de twee vakvrouwen in deze woning zo complementair geweest, dat het resultaat meer is geworden dan de som der delen.”
Fotografie: German Bourgeat
Fotografie: Annick Vernimmen
Fotografie: COBA Photography Portretfoto